Maandag 26 oktober
Oudewater
Het was wederom een prachtige vaartocht naar hier. De zon,
die mooie herfsttinten maken er ansichtkaarten plaatjes van.
Oudewater is een dorpje waar
we in de beginjaren 80 met ons toenmalig bootje, de “Dekrekel” geweest zijn. Het riviertje hiernaartoe bevat bruggen die soms maar iets meer dan een
meter hoog zijn en deze tocht nog eens overdoen kan dus niet. We hebben er fantastische,
maar vooral gekke herinneringen aan. Het was koud, de zon stond te stralend aan
de hemel en het stormde verschrikkelijk. Halverwege de Lange Linschoten vonden
we precies op een hoek, tegenover een varkensstal een windvrij plekje en de
voorbijgaande wandelaars keken verbaasd naar ons dat we daar zo lekker in de
buitenlucht zaten te genieten. Zij zelf liepen met dikke truien aan om het warm
te hebben. Net om de hoek, daar was het
winter en hier ruim 20 graden.
De tweede gekke, zelfs
spannende ervaringen was bij het sluisje van Oudewater. Een paar honderd meter
daarvoor moesten we voorzichtig manoeuvrerend tussen de visnetten door varen
zonder in een van die dingen verstrikt te geraken. Blij dat alles goed ging,
liepen we zoef vast onder een stenen bruggetje, van zoals ik nu lees op de
kaart van 1 meter
40 hoog. Heen en weer wiegend en ons afzettend met onze handen tegen de onder
kant van die brug lukte het om aan de andere kant weer vrije vaart te hebben.
Op naar de sluis, de toegang tot de Hollandse IJssel. Aangekomen daar, niet te
zien wat je moet doen om ons te laten schutten. Op naar een huisje naast sluis,
aan bellen en in de deur gaat een piepklein raampje open en zegt: “Ja?”
Gelukkig was deze wel de persoon die wist wat te doen en liep mee. De brug op,
kijkt daar ergens aan de kant van ons vandaan, naar beneden, schudt zijn hoofd
en meldt, dat de wind eerst moet gaan liggen, want het water staat te hoog in
de Hollandse IJssel. Blijkbaar werd het water zo omhoog gestuwd dat veilig
schutten niet mogelijk was. We moesten maar een uurtje wachten, misschien dat
het dan wat gezakt zou zijn. Wat niet gebeurde en wij zagen de bui al hangen.
Achteruit varen tot voorbij de visnetten? Dat zou niet lukken. Draaien, of te
wel ons scheepje omkeren. Maar waar? Het water was volgens ons niet breder dan
een meter of zes. Onze totale lengte dus. De gemoederen liepen hoog op, ‘t –kan-wel,
‘t-gaat-niet, we-kunnen–het-toch-proberen-, gingen we van boord en startten een
poging, wie weet hebben we mazzel. De kont tegen de kade, een lange lijn voor
en proberen om te trekken. En? Yes! Ik denk dat er niet meer ruimte dan slechts
enkele centimeters vanaf de boeg tot aan de stenen wal was, waar het neusje netjes
langs schoof. En alles in omgekeerde volgorde
kon beginnen. Vastlopen onder de brug, duwen, wiebelen om er onder door te
varen, en links-rechts, links-rechts of zoiets tussen de visnetten door. Een
ervaring die we niet hadden willen missen. En dit alles schoot ons te binnen
toen we het sluisje weer zagen.
|
Bewuste bruggetje met het kanaal(tje) waarin we onze boot hebben gedraaid. |
|
De sluisingang met kanaal(tje) na het bruggetje... |
Vandaag blijven we hier in Oudewater liggen. Het zonnetje
waar we vanmorgen mee opstonden, gaat blijven vandaag. Zo zijn althans de
voorspellingen. Dus fietsen en de omgeving, maar ook het dorpje uitgebreid
bekijken.
Morgen Haastrecht, overmorgen Gouda.