Dinsdag 28 juli,
Eisden (Maasmechelen)
Achttien graden binnen. Kachel aan. Koffie onderweg. We
maken vandaag een slow start. Ook Tommy dacht er vanmorgen zo over. Hij wilde
zelfs niet wandelen. Heel bijzonder. Vindt het
blijkbaar buiten ook maar niks. Ligt nu lekker te soezelen in zijn eigen
mandje. Af en toe een oog open, tenslotte weet je maar nooit wat er in je buurt
kan gebeuren, nietwaar.
Af en toe wordt er flink aan ons scheepje ‘getrokken, de
aanwezige wind is soms behoorlijk heftig. “Slecht weer om te varen”, mompelt
Jaap. Misschien vertrekken we wel helemaal niet vandaag……
Woensdag 29 juli,
Kanne
Uiteindelijk, ik geloof dat het kwart over tien was, zijn we
toch vertrokken. De lucht was donker en het waaide nog stevig. Ergens in mijn
achterhoofd rinkelde, tijdens het varen, er een belletje en gaf aan dat er
‘iets’ was met de twee komende sluizen. Neerharen en Lanaken, beide met een 8 meter verval. Het verval,
dat is normaal gesproken geen probleem. Wat was het dan? Dit voorgevoel klopt
altijd. Bij aankomst stond de sluis al gereed voor ons.
Zo te zien is de recreatievaart er zelden aanwezig en lijkt
zelfs ook een beetje onwelkom. De wachtsteigers zijn zwaar begroeid met planten
van een meter hoog en op het moment dat je de sluis invaart zie je wat ik
bedoel met onwelkom. Onder elkaar drie bolders in de muur, dus onderlinge
afstand geschat op drie meter. De onderste begint op een meter boven het
wateroppervlak, dus daar floept je lijn snel vanaf bij het stijgen, zoals in
dit geval. En de volgende bolder ver en onbereikbaar boven me. Dus zolang
mogelijk wachten en dan via gebarentaal naar de schipper Jaap, lukt het om een
lijn, wel na een fiks aantal pogingen, naar de volgende bolder op te gooien.
Geen achterlijn? Die kan je alleen op zo’n meter of 30 afstand in de muur vast
maken. Zie je het al voor je met een schip van elf meter? Gaat dus niet. Met
vlakbij de trap als uitwijkmogelijkheid als de bolder onbereikbaar blijft,
schoven we omhoog. Jaap moest af en toe flink bijsturen en dan is de trap voor zo’n
actie geen optie. Of je lijn verschuift dan en komt vast te zitten of je moet
met de hand de boel afremmen. Bijna bovenaan gekomen ben je ineens wel heel erg blij met die trap…..op de wal staat
namelijk helemaal geen BOLDER. Niets om vast te maken. Ja een eindje verderop,
maar dat is helemaal beneden niet in te schatten, dat zie je pas als je boven
de walkant uit kan kijken. Misschien dat op korte termijn een anderhalve meter
pikhaak voor het omhoog gaan de oplossing biedt. Moet je hem wel ergens kunnen
vinden, uh kopen natuurlijk ……En zo bleek dat belletje geheel terecht! We waren
ingeseind……
De Zuidwillemsvaart en kanaal Briegden- Neerharen waren
ondanks het sombere weer nog leuk om te bevaren. Maar het Albertkanaal, wat een
dooie boel! Jaap vindt dat van niet. “Heerlijk”, roept hij, “lekker breed
water”. Ik heb het Albertkanaal nooit aantrekkelijk gevonden. Nou helemaal
niet, er voer bijna niets. Ik geloof 1 vrachtschip te zien, verder niks. En
recreatie al helemaal geen. Als je ziet hoe het kanaal gegraven is, dan petje
af. Links en rechts hoge wanden met een patroon van boorgaten waar ze dynamiet
in stopten om een vaargeul te kunnen maken.
Zonnencellen doen hun best, hoeft niet, want we hangen aan
een draadje
Uiteindelijk werd het toch Kanne als verblijfplaats,
tussendoor zagen we niet iets wat ons trok om er vast te maken. De haven hier
ligt mooi in een heuvelachtig landschap. De ingang was even mikken, ziet er
smal uit, maar is het niet en nu liggen we mooi aan een graskant waar Tommy al
een paar keer flink uit zijn bol ging. Hij vindt er fantastisch. Eindelijk een
mooi veldje om er te kunnen rennen (met Jaap achter hem aan).
En…de zon schijnt! Vanmorgen 12 graden buiten! Binnen toch
maar even de kachel aan gestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten