Zondag 30 augustus Lift
van Ronquires
De tocht gisteren tot hier was zeer slaap verwekkend. Saai
dus. Wel prachtig weer, dat maakte alles toch nog een beetje gezellig. Maar
verder viel er niet veel te beleven. Weinig scheepvaart, waarschijnlijk omdat
bij Brussels alles nog op slot zit, Lembeek en Anderlecht sluis zijn gesloten
tot maandagochtend (morgen dus) twaalf uur.
Tijdens ons vertrek uit Strepy-Thieu kwam net de Police de
Navigation aanrijden. Wij stonden op dat moment onze laatste lijntjes los te
maken en hadden bepaald geen zin in een onderhoud met deze lui als je de bak in
mag. We schonken ze geen blik waardig en bij vertrek heb ik, terwijl wij naar
Aad en Dieuwke stonden te zwaaien, ook hen nog een zwaai-veeg meegegeven, maar ook
zij negeerden ons totaal. Overigens de dag ervoor hadden ze de Zwalker al ‘te
pakken’ en hun papieren bekeken. Geen brandblussers en zwemvesten zoals soms
bij andere controles. Dus kwamen ze duidelijk voor ons!
Omdat we niet meteen de bak van Strepy-Thieu in mochten,
alles stond op rood, parkeerden wij onze boot achter de reeds wachtende daar.
De Politie zagen we bij onze ‘overtocht’ als een speer naar boven rijden, de
brug over, daar weer naar beneden richting de kade waar wij aanlagen. Maar ja
een hoge muur plus hek en om daar vanaf te springen, of helemaal van af het
begin van de kade naar ons toelopen? Nee, daar lag nog een niet gevisiteerd
slachtoffer en dat was blijkbaar genoeg voor ze , want het bleef bij die ene.
De rest voor ons kwam ook niet meer aan de beurt. Eens zullen ook wel zo´n
bezoekje krijgen. Is dat erg? Nee natuurlijk, we gaan er vanuit dat alles bij
ons aan boord in orde is.
Nu liggen we boven bij de bakken van Ronquires, liften dus.
Nu niet steil omhoog of omlaag maar schuin naar beneden of naar boven. Het is
hier oorverdovend stil. Geen verkeersgeluiden, jammer genoeg ook geen vogeltjes
die je hoort kwetteren en ook nog windstil. Uitstekend geslapen dus. Een flink
stuk terug daar waar weer een beetje groen is, gras voor Tommy, stikt het van
de muizen. Een feest voor hem, een wanhoop voor Jaap. Fatsoenlijk te wandelen
valt er niet, want Tommy springt alleen maar van muizenhol naar muizenhol. En
dat een kwartier lang over een gebied van niet groter dan een vierkante meter.
En dan eenmaal uit gesprongen, op naar een volgende plek met de zelfde
rituelen. Vreselijk…. Ik denk, omdat we ver van de bewoonde wereld zitten, zo’n
75 meter
hoog, lopen die weinig kans om door katten gevangen te worden. Hier beneden is
het vlak, licht heuvelachtig dat wel, maar geen bossen, hoofdzakelijk grasland.
Geen grote groepen bomen die roofvogels in kunnen herbergen en/of
schuilplaatsen kunnen bieden. Zo kan er een gigantische muizenpopulatie
ontstaan, die je versteld doet staan. Jaap zag steeds vier, vijf soms nog meer muizen voor Tommy uitrennen.
Eigenlijk is het raar om te beseffen dat je nu in een soort
grote badkuip gevuld met water ligt, waar het gewone leven onder je gewoon door
gaat. Je ziet het niet, horen ook niet, en je weet dat het daar er wel is.
Straks gaan we weer verder, dat betekent de bak in naar beneden. Nu geen zes
minuten, bijna geluidloos naar beneden zoals bij Strepy-Thieu, maar een klein
half uurtje van knerpende en piepende wielen
via rails de bak van Ronquires laat zakken.
Iets nog over het weer: Het is prachtig en het wordt volgens
zeggen bloedheet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten